Vmware vSphere error: “Error parsing the server “ip” clients.xml file.

Vandaag weer eens een oude bekende:

Wanneer je de VMWare vSphere client start om de VMWare omgeving te managen krijg je de volgende melding:

VMWare vSphere error: “Error parsing the server “ip” clients.xml file.
Login will continue, contact your system administrator.

 Hier is een vmware artikel over:

http://kb.vmware.com/selfservice/microsites/search.do?language=en_US&cmd=displayKC&externalId=1022611

er zijn 2 oplossingen:

A. verwijder MS update: 980773
B. Installeer “Update 1” voor vmware vsphere client 4.0. 

Ik raad optie B aan, dan is het probleem opgelost. In het geval van A. weet je zeker dat die bij een volgende Windows update weer terugkomt.

EMC SAN nieuwe “features” FAST sub lun, Fast Cache en Lun compressie 3/3

In navolging op de twee voorgaande delen, hierbij het laatste deel.

Block Compression

In het Nederlands, blok compressie. Zoals de naam al aangeeft, compressie op blok niveau.  Een groot verschil hierin is dat het _geen_ de-duplicatie is en ook geen data compressie. Hieronder een samenvatting van deze twee in een notendop:”

“De-duplicatie” elimineert dubbele opslag van bv. hetzelfde bestand. Als één exact zelfde bestand 2x voorkomt, kan je het 1x opslaan en de 2x naar de opgeslagen versie verwijzen. Even heel erg plat, maar daar hebben we het over met “de-duplicatie”.

“Compressie” daarentegen “comprimeert” zogeheten “data”. Denk daarbij aan een document welke gecomprimeerd word. Veel gebruikte programm’s zijn WinZIP en WinRAR.

Block compressie zit dieper. Wat er gedaan word is de “ruwe” data welke in bepaalde “Blok grootte” weggeschreven word op disken gecomprimeerd word. Hiermee kan het SAN altijd compressie uitvoeren. Bij de-duplicatie moeten er dubbele files zijn, compressie is normaliter niet mogelijk op een SAN. EMC claimt met hun technieken tot 50% compressie te kunnen halen en liggen daarmee 20% hoger dan claims met de-duplicatie. De tijd zal het leren…

EMC SAN nieuwe “features” FAST sub lun, Fast Cache en Lun compressie 2/3

In navolging op het vorige artikel, gaan we hier verder met de “nieuwe” features.

Fast-cache

Een ander nieuw aspect is: “Fast-cache”. Met de komst van SATA is het nog interessanter om goed te kunnen “cachen”. Als je het vorige voorbeeld neemt (en ik ga nu een nieuw voorbeeld schetsen, zet nooit een database op SATA tenzij dit weloverwogen gebeurd, bv. archivering) kan je de database van 100GB op SATA zetten, als die actieve 10GB maar HEEL SNEL te benaderen is. Dit kan o.a. gerealiseerd worden met Caching, maar een SAN heeft maar een bepaalde hoeveelheid cache on-board waar je het mee dient te doen. Dit veranderd met de komst van Fast-cache. Fast cache stelt een SAN in staat om EFD (Enterprise Flash Disk=SSD) disken te gebruiken voor caching. Simpel gezegd plaats je EFD disken in het SAN en hiermee breid je de on-board cache van bv. 2GB uit naar 100GB (kan tot wel 2TB). Dit houdt in dat de gehele database in de cache kan komen te draaien. We hebben het hier over 1000’en IOPS.

Morgen het vervolg en sluitstuk 3/3 inzake Lun-Compressie

EMC SAN nieuwe “features” FAST sub lun, Fast Cache en Lun compressie 1/3

Van de week was ik weer lekker met verschillende type SAN oplossingen in de weer, waaronder een CX4-120. Naast de standaardwerkzaamheden kwam er toevallig ook wat voorbij wat mijn aandacht trok. En dat is:

FAST Sub-lun (Fully Automated Storage Tiering)
FAST Cache (Fully Automated Storage Tiering – Caching)
LUN Compression

Fast Sub-lun (Fully Automated Storage Tiering)

Mijn belevenis, een van de sterkste features van een 3PAR is het werken met “Chuncks”. Chuncks houd in dat je niet meer werkt met disken, raid groups, en dergelijke. Nee, de data word los getrokken van de storage, je geeft alleen aan hoe je dit aan wil bieden. Het zij via iSCSI of Fiber Channel, en dat is alles. Wat is hierbij het voordeel? nog niets, maar wel als je dit combineert met “chunks” (datablokken) die automatisch verplaatst kunnen worden naar de “Tier” die hierbij past.

Voordat we verder gaan, eerst en overzicht van welke “tiers” (lagen) er zijn:

Tier 0 = SSD (Solid State Disk)
Tier 1 = FC Disk
Tier 2 = SATAII disk
Tier 3 = offline media

Zoals te zien is, is “Tier 0” de snelste media waarbij “Tier 3” (vaak offline) de traagste media is. Voor een overzicht van de verschillende snelheden per “Tier” kan je hier terecht: http://en.wikipedia.org/wiki/IOPS

Terugkomend op de “Chuncks”, als we het kort samenvatten krijgen we het volgende. Nu de data in “Chuncks” verdeeld is, zou het geweldig zijn als deze “Chunks” automatisch verplaatst worden naar de storage waar deze het beste tot zijn recht komt. Een database van 100GB kan in “Chuncks” worden opgedeeld, waarbij de 10GB die echt actief is op Tier 0 komt, de 20GB die minder actief is op Tier 1 waarbij de overige 70GB op Tier 2 komt. Hierbij haal je het optimale uit de storage die je tot je beschikking hebt en hoef je niet achteraf te schakelen. Denk hierbij dat een database in test op SATA goed werkte, in productie ook, maar naarmate het proces binnen het bedrijf veranderd er meer vraag is en de performance vereiste omhoog gaan. Het SAN kan dan zelf acteren in de vraag naar snelheid. Het tegenovergestelde kan ook plaatsvinden, die database server die nog op snelle storage stond zal automatisch (na uitfasering b.v.) verplaatst worden naar tragere storage.

Word vervolgd….. (volgende week)

Exchange 2010 toegangsrechten tot alle mailboxen

Vaak willen beheerders of andere personen binnen een organisatie toegang tot alle e-mailboxen. En dan letterlijk alles. Vooral om b.v. vragen te kunnen behandelen als “ik ben al op vakantie, maar wil je mijn out-of-office, oftewel de afwezigheidsassistent nog even instellen”. Dit is niet mogelijk zonder direct een gebruiker zijn wachtwoord te resetten.
Ik waarschuw klanten _altijd_ als ze het vragen, weet je zeker dat je het wil. Moet je dit nog melden? Als ze het dan nog willen kunnen we een gebruiker toegang geven tot alle mailboxen. Dit kan als volgt:

Vanaf de exchange server dien je de Exchange Management Shell te starten en voeren we onderstaand commando in:

Get-MailboxDatabase -identity “naamvandemailboxstore” | Add-ADPermission -user [gebruikersnaam] -AccessRights GenericAll

een voorbeeld:

Get-MailboxDatabase -identity “MailboxStoreVerkoop” | Add-ADPermission -user Medewerker -AccessRights GenericAll

En voilà, zowel via webmail als je lokale outlook client kan je overal bij.

BBeyond bied nu QoS tussen geselecteerde locaties

Van de week sprak ik onze contactpersoon van BBeyond en wist mij te vertellen dat wat betreft QoS tussen locaties in een BCM (privé wolk van koppelingen tussen locaties) e.e.a. veranderd is.

Daar waar je vroeger op alle aansluitingen binnen de wolk voor QoS moest kiezen kan dit nu alleen op geselecteerde locaties.
Het voordeel is dus dat wanneer je alleen tussen 2 hoofdkantoren dit wil, je dit niet direct voor 20 neven-vestigingen hoeft te doen.

Dit scheelt vooral in de type verbindingen. Voor QoS moet je een “non overbooked, 1:1” verbinding hebben. Dit scheelt enorm in de kosten wanneer je het over bovenstaand voorbeeld hebt. In plaats van dat 22 contracten “non overbooked, 1:1” dienen te zijn, hoeft dit alleen nog maar op de aansluitingen op het hoofdkantoor. De overige 20 kunnen “overbooked, 1:20” gekoppeld worden.

Dit scheelt al snel honderden tot duizenden euro’s per maand.

Sharepoint en authenticatie scherm

Aangezien ik zojuist (weer) de vraag kreeg “ik moet iedere keer mijn naam en wachtwoord ingeven als ik naar onze sharepoint site ga” besloot ik het maar te bloggen.

  • Als je in “internet explorer” zit druk je op “Alt” je zal nu de menu’s zien van IE.
  • Kies voor “Extra”
  • Kies “Beveiliging”
  • Selecteer de zone “Lokaal Intranet”
  •  
  • klik op “Websites”
  • kies “Geavanceerd”
  • voeg hier de url toe, b.v. “sharepoint.domeinnaam.nl
  • kies “Sluiten”
  • kies “Ok”

Sluit het scherm nog niet, maar de website bevind zich volgens Internet Explorer nu op het “lokaal intranet”. Nu gaan we de instellingen dusdanig aanpassen zodat voor de “zone” “lokaal intanet” de gebruikers gegevens automatisch worden verstuurd.

  • Selecter in hetzelfde venster “Lokaal intranet”
  • Kies voor “Aangepast Niveau”
  • Scroll helemaal naar onder naar “Verificatie van Gebruiker”
  • Kies hier voor “Automatisch aanmelden met huidig gebruikersnaam en wachtwoord”.

Log nog een keer op de sharepoint site in, kies voor onthouden wachtwoord, en de sites als wel de documenten daar binnen zijn voortaan te openen zonder allerhande meldingen.

Uiteraard is dit ook via een group policy te regelen, en is hetzelfde truukje werkbaar voor andere “URL’s”.

Het “Printers” scherm aanbieden in een XenApp 2008 omgeving

Vaak zie ik dat er gestoeid word met Printers in XenApp omgevingen. b.v. dat mensen persé hun lokale printers mee moeten nemen om printers te krijgen. Dat ze centraal uitgerold moeten worden, maar dit is ook niet altijd een optie als er geen lijn in “standaarprinters” is. Of gebruikers die printers toe dienen te voegen via b.v. “Microsoft Word -> Afdrukken” hier kan er dan gekozen worden voor printer zoeken. Al met al werkt het wel, maar zou het nu niet mooi zijn als je via Citrix/XenApp gewoon het “Printers” scherm uit je configuratie scherm aan kan bieden? Het kan en hieronder hoe:

Maak een nieuwe applicatie aan en bij “command line” (oftewel, de uitvoer regel) geef je het volgende in:

“control.exe printers” (uiteraard zonder de quotes).

Bied de rest van de applicatie aan zoals je normaliter ook zou doen en gebruikers kunnen hun “printers” scherm oproepen alsof het een published app is. Zo kunnen ze hun eigen instellingen opslaan in het Terminal Server Profiel.

Voor het officiele Citrix/XenApp artikel:
http://support.citrix.com/article/CTX119725

hoe een BSOD (blue screen of death) en memory.dmp probleem op te lossen

Gelukkig komt het steeds minder vaak voor, maar helaas nog vaak genoeg. Pc’s die spontaan (ogenschijnlijk zonder reden) herstarten, servers, of beide die niet herstarten maar wel een blauw scherm met getallen en letters geven. Vrijwel altijd is er een memory.dmp file aanwezig in c:\windows\system32\memory.dmp. Als deze niet aangemaakt word kan dit ingesteld worden dat deze volgende keer _wel_ aangemaakt word en het apparaat niet zomaar opnieuw start zodat je als gebruiker weet dat de machine “vastgelopen” is.

Vaak kan je met de stop code al een hoop achterhalen, zoals b.v. stop 0x0000007B een “inaccesible boot device” betekent. Dit kan een beschadigde HD zijn (gebruik dan chkdsk) of de chipset word niet herkend (b.v. na het clonen van een hd) of er is iets met de windows installatie door b.v. een virus. Gebruik dan de windows recovery console.

Maar wat als dit het allemaal niet is?! Dan kunnen we de Memory.dmp file gebruiken om het geheugen op het moment van crashen uit te lezen om te zien welke applicatie, dll, driver o.i.d. verantwoordelijk hiervoor gehouden kan worden.

Deze kan vervolgens geupdate worden, vervangen, dan wel verwijderd (of de .dll of .exe renamen omdat de applicatie waarvan deze was niet meer geinstalleerd staat).

Kijk hier voor meer informatie en een duidelijk omschrijving hoe e.e.a. in zijn werk gaat: 
http://blogs.techrepublic.com.com/window-on-windows/?p=1922

Microsoft stopt met Windows Live Spaces en verhuist naar WordPress

Tsja, mijn 2e bericht op het blog en ik vraag me al af wat het ermee te maken heeft.
Aan de andere kant ben ik wel verheugd, 2 weken terug nog de vraag welke we nemen en al vrij snel werd dit WordPress.

Nu een paar weken later ben ik blij met de keuze, als microsoft hun 30 miljoen gebruikers hieraan overdragen zullen ze er zeker het vertrouwen in hebben. Nu maar hopen dat het niet trager word.

zie ook:
http://tweakers.net/nieuws/69901/microsoft-stopt-met-windows-live-spaces-en-verhuist-naar-wordpress.html?nb=2010-09-28&u=1500